God’s Own Country


Johnny’s leven als enige zoon op een afgelegen schapenboerderij in Schotland is hard. Hij werkt van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat, heeft een beestachtig vluggertje met een dorpsknul in zijn veewagen en zuipt tot hij tot hij ’s ochtends wakker wordt in de drek.
Tot een Roemeense immigrant komt helpen in het lammerseizoen. Hoewel Gheorghe in geen enkel opzicht voor hem onder doet, heeft de exotische ‘zigeuner’ een zachtheid over zich waar Johnny niet mee uit de voeten kan. Een intense spanning bouwt op.
In een schril contrast tussen het ruige landschap en het prille leven van de pasgeboren lammetjes ontluikt een primitieve liefde tussen de beide mannen. Die ontwikkeling gaat gepaard met weinig woorden maar een enorme overtuigingskracht.
Wanneer Gheorghe vraagt: ’What do you want?’ antwoord Johnny: ‘I want it to be different.’ Alleen hoe brengt hij zulke uitersten tot elkaar? Het begin is rauw, het eind een tikje zoet, maar het middenstuk ontwapenend goed. Na afloop kijk ik er zelf ook anders naar.