Dorsvloer vol confetti – Franca Treur
Hoe is het om op te groeien als enige dochter in een groot agrarisch en streng gelovig gezin op het Zeeuwse platteland? Opvallend anders en toch ook verrassend normaal, afgaande op Dorsvloer vol confetti, door Franca Treur.
De twaalfjarige Katelijne Minderhoud wordt geboren als middelste van zeven jongens op in een zwartekousengemeenschap. Meisjes dragen hun haren lang, hun rokken wijd en op zondag zelfs een hoedje naar de mis, ’s zomers wel drie keer per dag. Want ‘[w]ie zalig wil worden, moet de middelen gebruiken: de Bijbel lezen, naar de kerk gaan en naar de catechisatie.’
Alsof dat nog niet genoeg is, leest de vader ’s avonds voor de Schrift, waarvan een groot deel bestaat uit ’wetten, wijsheden en waarschuwingen, die saai zijn en onbegrijpelijk.’ Maar op zondagavond blijft de Statenbijbel dicht en neemt de moeder de kinderbijbel ter hand. Dan voelt Katelijne de warmte van de familieband. ’Lang kan het samenzijn echter nooit duren, er zijn volle uiers die wachten. Koeien gaan voor.’
Voor de jongens althans. Als de vader zegt dat het vee worden gevoerd, weet iedereen zonder dat het ooit is uitgesproken, ‘dat Katelijne haar overall en klompen onaangeroerd kan laten staan. Werkorders krijgt Katelijne van de moeder en complimenten krijgt ze wanneer de orders niet nodig zijn geweest, als de moeder boven komt en alle bedden al opgemaakt aantreft en als de wc al glimt nog voordat de moeder haar de soda wijzen kan.’
Eenmaal helpt ze haar vader met melken, in een overall van haar broer met de rok zo goed mogelijk over de pijpen verdeeld. In de stal met zeventig koeienlijven is het behaaglijk. Terwijl de vader haar de kneepjes van het vak bijbrengt die je niet op de landbouwschool leert, doet Katelijne haar uiterste best – om uiteindelijk een essentieel detail te missen, waarna het niet langer de bedoeling is dat zij ooit nog in de melkstal komt.
Gedurende het hele boek wisselt de auteur op even lichte als authentieke toon de vrome woorden van de tale Kanaäns af met agrarisch jargon, Zeeuws dialect en treffend mooie beeldspraak, zoals de ‘lauwe keuken van de oma’ die ‘wasemt als de gapende mond van iemand die net wakker wordt’, de dikke veekoopman die plaatsneemt ‘met zijn buik op schoot’, en de ochtend die er ‘prachtig fijnbedruppeld’ bijligt, fris als een beslagen fles mineraalwater uit de koelkast.
Treurs debuut is niet auto- maar wel biografisch. Ze groeide in Zeeland op en ging als eerste uit haar familie naar de universiteit, om Nederlands en literatuurwetenschappen te studeren. In tegenstelling tot Katelijne brak ze zelf later wel met het geloof. Haar roman werd het meest bejubelde debuut in jaren, winnaar van diverse prijzen, voor andere genomineerd en in 2014 verfilmd.
Ondanks het decor van het gereformeerde boerenbestaan gaat het verhaal in essentie over Katelijne’s verlangen om mee te tellen en de impact van boeken, waar nota bene de oma tegen waarschuwt. ‘Dan zal Hij zijn dorsvloer voorzuiveren,’ staat in de Bijbel. ‘Hij zal Zijn tarwe in Zijn schuur samenbrengen, en zal het kaf met onuitblusselijk vuur verbranden.’ De vraag is: ‘wat zul je straks zijn, m’n kind, als je voor Zijn rechterstoel zal staan: kaf of koren?’
‘Verhalen,’ aldus de veekoopman, ’daar koop je tegenwoordig niks meer voor.’ Oordeel zelf.
Deze recensie schreef ik voor YouBeDo, de online boekenwinkel waar je met elke aankoop bijdraagt aan je goede doel.